1957
(47 jaar)
Abbaye de Montmajour, FranceIn september reist hij naar de Provence en ontdekt er de cisterciënzerabdij van Montmajour. Hij is enorm onder de indruk van de De Romaanse stijl van de abdijgebouwen hetgeen hem inspiratie geeft voor een reeks tekeningen, meerdere aquarellen en olieverfschilderijen.
Het stedelijk Museum van Den Haag koopt het doek Maîtresse Invention de l'homme.
Gebaseerd op de vroegere studies die hij maakte van Alla Goldschmidt schildert hij La religieuse dat later gekocht wordt door de Goldschmidt's zelf. Later wordt datzelfde doek door schenking eigendom van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten.
Michel Seuphor neemt Gaston Bertrand op in zijn Dictionnaire de la peinture abstraite, uitgegeven in Parijs.

 
1958
(48 jaar)
In januari stelt hij een derde keer tentoon in de Stable Gallery te New York. Paul Caso, een Belgische kunstcriticus beschrijft hem als de belangrijkste non figuratieve kunstenaar van het land .
Door enkele intriges tussen de organisatoren en collega's weigert Gaston Bertrand om deel te nemen aan de tentoonstelling Belgsiche Kunst (afdeling non figuratief) op Expo '58.

Bertrand à  Salzinnes Zijn confrator Jo Delahaut schrijft een artikel over hem in het Parijse blad Aujourd'hui.
Na veel voorbereidende studies beëndigd Gaston Bertrand in de zomer de opdracht van de bisschop van Namen (op initiatief van kanunnik Lanotte) en creëert twee muurschilderingen op vers cement in de Sainte-Julienne kerk te Salzinnes bij Namen, namelijk Sainte Julienne de Cornillon en La Trinité.
In oktober en november gaat hij voor een tweede keer naar Spanje. Op doorreis schildert hij de haven van Saint-Jean-de-Luz en bezoekt hij de préhistorische grotten van Altamira waar hij een grote reeks tekeningen en aquarellen maakt.
Bertrand au PradoDe Iberische fresco's in het Prado inspireren hem tot enkele ongebruikelijke personages zoals De profeet, De offeraar en De fabuleuse Engel.
Hij wordt uitgenodigd voor een internationale tentoonstelling in het Solomon Guggenheim Museum te New York. De stichting van dit Museum lauwert de Belgen Landuyt, Delvaux, Van Lint, Brussens en ook Bertrand voor zijn doek Printemps gris.
Eerste studie over het thema Paus Pius XII.
 
1959
(49 jaar)
Eerste aquarellen van de Parijse metro.
In de zomermaanden laat Bertrand zijn vriend en advocaat Marcel La Haye voor hem poseren. Die studies en schetsen worden later verder uitgewerkt in een hele reeks werken in verschillende technieken met als thema L'homme au jabot.
Hij schildert "Florence Medicis (Museum van Gent) en Chapelle des Médicis (Stichting Gaston Bertrand).
 
1960
(50 jaar)
Filmmaker Jean Antoine maakt in opdracht van de Radio-Télévision Belge een kortfilm over de kunstenaar.
Gaston Bertrand ontvangt de Talens prijs.
Tijdens de tweede tentoonstelling in de galerie La Roue verblijft hij in Parijs. Zoals de jaren voordien profiteert hij ook van dit verblijf om in de Quartier latin het perspectief van enkele straten op te tekenen die later verwerkt worden in een reeks aquarellen.
Hij wordt gekroond tot Ridder in de Orde van de Kroon.
Bertrand dans son studio parisienIn september logeert hij in Moustiers-Sainet-Marie in de Provence en maakt er 25 grote pentekeningen van de landschappen.
Op 25 december verhuist hij met zijn vrouw naar zijn studio-atelier die ze in Parijs hebben gekocht.
Hij maakt 41 grote inktekeningen met verfborstel en 27 kleine pentekingen met de grotten van Altamira als onderwerp.
 
1961
(51 jaar)
De buurt l'Odéon in Parijs boeit hem enorm. Hij maakt er 10 tekeningen met bamboe waarvan hij later een tiental aquarellen en andere oliedoeken maakt.
Twee Brasiliaanse galerieën stellen zijn werken tentoon in São Paulo en Rio de Janeiro.
In de herfst verblijven de Bertrand's twee weken op het eiland Comacina in het meer van Come (Italië). De perspectieven van de smalle steegjes van de oude stad van Comacina zijn de inspriraitiebron voor een twaalftal aquarellen.
 
1962
(52 jaar)
Restaurant de l'Institut royal du Patrimoine artistique, BruxellesHet Koninklijk Instituut voor Artistiek Patrimonium te Brussel bestelt bij Gaston Bertrand een groot decoratief paneel voor een van de zalen van het restaurant.
Hij stopt tijdelijk met zijn functie als professor aan de Sint-Lucas Hogeschool.
Saint-Martin - Vésubie, Alpes MaritimesTijdens een reis doorheen de Provence ontdekt hij de dorpjes Saint-Martin-Vésubie en Venanson. De smalle stijgende en dalende steegjes inspireren hem tot nieuwe composities. Hij maakt er 14 aquarellen die later het thema vormen van 18 olieverfschilderijen. De drie daaropvolgende jaren keren de Bertrand's terug naar deze dorpjes, en daarna nog een keer in 1970 en in 1971.
Hij maakt nog eens 23 aquarellen op Kozo papier over de grotten van Altamira.
 
1963
(53 jaar)
Van de panorama's op de Alpes-Maritimes maakt hij 24 tekeningen in inkt die hij verwerkt met kleurinkt op Chinese zijde.
In La peinture abstraite en Flandre van Michel Seuphor en kunstcriticus Jan Walravens worden meerdere artikels aan Gaston Bertrand gewijd.
 
1964
(54 jaar)
Métro parisien, station AuteuilTijdens een nieuw verblijf in Parijs maakt Bertrand 52 schetsen van de metro die later allemaal worden verwerkt tot aquarellen, en ook nog eens een dertigtal tekeningen en een twintigtal doeken.
Terug in Saint-Martin-Vésubie en Venanson maakt hij 20 pen- en potloodtekeningen alsook 18 aquarellen die later 26 olieverfschilderijen opleveren.
Hij maakt 24 schilderijen waaronder Pour un mur en D'abord la forme.
 
1965
(55 jaar)
Op vraag van zijn vriend en advocaat Marcel La Haye geeft hij op 1 april te Brussel een lezing over het werk "Aux Amis de l'Université de Louvain".
Lang verblijf in zijn Parijse atelier (van 7 april tot 14 mei).
In september reist hij opnieuw naar Venanson en maakt er de reeks van 10 grote tekeningen Tous les chemins die later allemaal verwerkt worden tot olieverfschilderijen.
Hij schenkt 150 tekeningen aan de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten te Brussel.
Tweede individuele tentoonstelling te New York, ditmaal in de galerie Catherine Viviano.
Van de 16 schilderijen die hij dat jaar maakt zijn er 8 in groot formaat, waaronder
Montmajour I en II.
 
1966
(56 jaar)
Biennale de Venise, 1966Van eind mei tot 21 juni bezoekt Gaston Bertrand Venetië ter gelegenheid van de XXXIIIste Biënnale. Hij werd er uitgenodigd om in het Belgisch pavilioen een vijftigtal van zijn doeken en aquarellen tentoon te stellen (inleiding van de catalogus door de kunstcriticus Philippe d'Arschot). Hij ontdekt er het Dogepaleis (Palazzo Ducale). De basiliek en het San Marcoplein geven hem inspriratie voor het maken van enkele grote temperas.
In oktober neemt hij opnieuw de leiding van het schildersatelier in Sint-Lucas te Brussel over maar laat de dagelijkse werkzaamheden over aan zijn oud leerling Camille De Taeye. In 1969 stopt hij definitief met lesgeven in Sint-Lucas.
In november stelt hij tegelijkertijd tentoon in de twee Parijse galerieen La Roue en Le Damier. Naar aanleiding van deze tentoonstellingen blijft hij in de Franse hoofdstad van 9 november tot 19 december.
In maakt een reeks van 31 aquarellen van de Parijse metro.
 
1967
(57 jaar)
In mei verblijft hij in De Panne aan de Belgische kust, van de schetsen van het strand met parasollen maakt hij in 1978 een reeks van 13 grote aquarellen en tempera's.
Te ere van Gaston Bertrand organiseert de groep "Hainaut 5" een tentoonstelling in het Museum van Schone Kunsten te Bergen.
 
1968
(58 jaar)
De Franse staat koopt een groot doek Odéon (97 x 146cm) voor hun « collections du Fonds national d'art contemporain » te Parijs.
In de lente verblijft hij opnieuw in de Franse hoofdstad en net zoals in 1964 maakt hij er 27 schetsen van de metro die later verwerkt worden tot aquarellen.
Van 9 augustus tot 3 september is hij weer in Parijs.
 
1969
(59 jaar)
Hij wordt lid van de Koninklijke Academie van België.
In september verblijft hij in de de Belgische Ardennen in Louette-Saint-Denis. De straatjes en steegjes van de omringende dorpen inspireren hem tot het maken van 18 grote tekeningen in Chinese inkt.
 
1970
(60 jaar)
Richard Foncke (au centre)In maart en in september verblijft hij in Parijs.
Verblijf in Saint-Martin-Vésubie waar hij 18 tekeningen maakt met potlood (loodstift) en sanguine.
Hij maakt 3 droge-naald-etsen waaronder Dieu le Père, Grand personnage en Religieuse.
Richard Foncke geeft een nieuwe monografische studie uit over Bertrand, geschreven door de kunstcriticus Jacques Meuris. (Gent)
In het blad Art International publiceert Karel Geirlandt het artikel "Gaston Bertrand ou les théorèmes de la sensibilité".
 
1971
(61 jaar)
Bertrand à St-Martin - Vésubie, 1971Twee verblijven in Parijs, in mei-juni en in augustus.
In september bezoek hij een laatste keer Saint-Martin-Vésubie en Venanson waar hij een fotoreportage maakt.
 
1972
(62 jaar)
Bertrand en 1971In juli is hij op vakantie te Brûly-de-Pesche bij Couvin en in september te Gembes-Mont dichtbij Gedinne.
Op bestelling van Het Ministerie van Cultuur publiceert de uitgever Irène Dossche een belangrijke monografie over Gaston Bertrand, geschreven en onder eindverantwoordelijkheid van Francine-Claire Legrand, toenmalig conservator van de afdeling Moderne kunst in de Musea voor Schone Kunsten te Brussel.
Gaston Bertrand wordt benoemd tot Groot Officier in de Orde van de Kroon en Ridder in de Orde van Leopold.
Hij maakt 6 droge-naald-etsen waaronderLe double visage en Sa Sainteté Pie XII.
 
1973
(63 jaar)
Mijas, Andalousie Van 7 januari tot 4 maart reist hij met het vliegtuig naar Andalousië. Van het stadje Mijas maakt hij 21 tekeningen die later omgezet worden in een grote reeks aquarellen. Hij bezoekt ook Granada.
Van 5 maart tot 8 april en van 17 juni tot 6 augustsus verblijft hij in zijn Parijse atelier.
Hij schildert er twee grote composities La chose essentielle  en Sur des accents brun vert et bleu.
In december logeert hij in Knokke.
 
1974
(64 jaar)

Van 5 januari tot 4 maart reist hij opnieuw naar Andalousie in Spanje. In Marbella maakt hij meerdere tekeningen die de basis zullen vormen voor latere aquarellen. Hij bezoekt Ronda.
Verblijf in Parijs (juli-augustus)

Rétrospective aux Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique, 1974-75Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Brussel organiseert een retrospectieve tentoonstelling van het oeuvre van Gaston Bertrand. Philippe Robert-Jones schrijft hierover in zijn inleiding van de catalogus van de tentoonstellging "... de eerste schakel van een opdracht, namelijk hommage brengen aan onze Belgische kunstenaars wiens het oeuvre onze grenzen overschrijdt".

Bertrand à l' Armorial, 1974

 

 

In dezelfde periode stelt Serge Goyens de Heusch recente werken van Gaston Bertrand tentoon in de galerie Armorial.
Bertrand maakt 3 portretten op bestelling.

 
1975
(65 jaar)

Portrait par Frans Van Den Brent,  1975Na de retrospectieve tentoonstelling te Brussel wordt Gaston Bertrand uitgenodigd voor een tentoonstelling in het « Musée D'Art moderne de la Ville de Paris » beheerd door Jacques Lassaigne. Door het plotse overlijden van de conservator werd dit project tot spijt in een reeds vergevorderd stadium afgelast.

Bertrand en Andalousie, 1975Van 28 januari tot 22 maart verblijft de kunstenaar een tweede keer voor lange tijd te Marbella in Andalousië. Hij bezoekt ook Malaga.
In augustus wordt Gaston Bertrand geopereerd en blijft enige tijd in het ziekenhuis.
In oktober-november organiseert het museum Dhont-Dhaenens te Deurle een tentoonstelling met Bertrand's portretten. Twee jaar later wordt deze tentoonstelling herhaald in de Paul I Gallery te Brussel.

 

 
1976
(66 jaar)
Portrait par Frans Van Den Bremt, 1975Van 31 januari tot 13 maart is hij op wintervakantie te Palma de Majorca op de Balearen, in mei verblijft hij in zijn atelier te Parijs.
Bezorgd om het voortbestaan van zijn oeuvre neemt Gaston Bertrand contact op met het Ministerie van de Franse Cultuur. Hij hoopt dat als hij een een deel van zijn werken schenkt en zijn bezittingen na zijn dood aan hen overlaat, zijn huis in de Haagdoornlaan zou ingericht worden als museum. Er volgen nog enkele besprekingen met het Ministerie maar zonder resultaat.
Hij schildert een serie van 27 aquarellen naar verschillende thema's.
Op 18 november geeft Gaston Bertrand een voordracht met projecties aan de Lions Club Erasmus.
 
1977
(67 jaar)
Paul Ide Gallery , 1977Drie van de zestien schilderijen die hij maakt in dat jaar zijn in acrylic verf.
Op 13 december huwen Gaston Bertrand en Betty, al vele jaren zijn vaste levensgezellin.
Jean Giraud schrijft de tekst van de catalogus van de portrettentoonstelling van Gaston Bertrand, gehouden in de galerie Paul I de Gallery te Brussel.
 
1978
(68 jaar)
Van 11 februari tot 14 april, derde verblijf in Andalousie te Nerja met een bezoek aan Malaga en een korte uitstap van vier dagen naar Antequara.
Hij maakt dertien aquarellen in tempera van schetsen op het strand van De Panne uit 1967.
 
1979
(69 jaar)
Twee korte verblijven in zijn Parijse atelier (zomer en herfst). Hij wordt benoemd tot Groot Officier in de Orde van Léopold. Hij maakt 20 grote tekeningen in verschillende technieken met als inspiratiebron het Sint Marcusplein in Venetië.
 
1980
(70 jaar)

Eind maart/begin april maakt hij dertien schetsen in de Parijse metro. Dit zijn zijn laatste van dergelijke aantekeningen. Later maakt hij van elke schets een aquarel en één groot doek Lumière dans le souterrain.

Gaston Bertrand et Philippe Roberts-Jones en 1980De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten te Brussel organiseert van 6 juni tot 17 augustus een grote tentoonstelling van de tekeningen die hen door de kunstenaar geschonken werden.
Ter gelegenheid van een tentoonstelling in juni verpoost hij een tijdje in Oostende. Hij begint er aan een nieuwe reeks kleurpotloodtekeningen met als inspiratie de haven en de vissers. Die worden later in 1984 en 1985 verder afwerkt.

Hij maakt opnieuw zelfportretten op 18 inktekeningen in sepia en ook 20 tekeningen van Betty.

In september logeert hij met Betty, zijn echtgenote, in Château-d'Oex te Zwitserland. Ze bezoeken Montreux, Genéve en Rougemont.

< Vorige pagina I Volgende pagina >